Zwemvaardigheid 1 Zwemvaardigheid 2 Zwemvaardigheid 3
Gekleed zwemmen |
In badkleding |
Te water gaan van de bassinrand of |
Te water gaan van de bassinrand of |
Al watertrappend, van een |
Starten in het water (handen aan stang,
|
Proef afronden met zelfstandig
|
Te water gaan van de bassinrand |
Te water gaan van de bassinrand |
Starten in het water (handen aan stang, |
Onder water oriënteren en onder water |
In het water, rugligging, handen bij
|
50 meter enkelvoudige rugslag, 1 keer |
Te water gaan van de bassinrand of een |
50 meter schoolslag, onderbroken
|
Te water gaan van de bassinrand |
Proef afronden met zelfstandig uit het
|
30 Seconden ongelijkzijdig watertrappen, |
Tweetallen. Vanaf de kant met een |
Starten in het water, 10 meter
|